Het hoogaltaar van de O.-L.-Vrouwkerk krijgt Antwerpse belangstelling!

- Dit artikel werd gepubliceerd in onze Nieuwsbrief nummer 2 van februari 2004 -

door René Woestenborghs

Antwerpse belangstelling vanuit archeologische hoek…

Een tijdje geleden belde de dienst Archeologie van Antwerpen om nadere inlichtingen over het hoogaltaar in onze kerk. In 1989 schreven we in ’t Konijnenbergske een viertal artikels over het altaar. E. Van Hemeldonck schreef daar reeds vroeger over (1979) en pater Vander Eycken o. praem. gaf zijn toelichtingen door in het soldatenblad (1989). Dankzij de moderne media vond men in Antwerpen deze teksten en schrijversnamen terug en vroeg men ons om nog meer inlichtingen.

Maar wat heeft ons altaar met Antwerpen te maken?

Historische toelichting

Dit prachtige altaar stond eeuwen geleden in de Antwerpse kloosterkerk van Ter Siecken (1680). Het klooster voor zusters werd gesticht om de lepraplaag te bestrijden in de 17de eeuw. Het werd gebouwd in de Lepelstraat, richting Berchem.  Voor het altaar van de kloosterkerk werd de rijke weldoenster Margareta de Licht, begraven. Zij had bij testament een som van 2.000 Guldens voorbestemd voor “eenen altaer”. Dit altaar werd rond 1680 gebouwd in kostelijke witte en zwarte marmer. Het schilderij, “O.L. Vrouw ten Hemel Opgenomen” voorstellende, waarmee het altaar is versierd, komt uit de Antwerpse schildersschool. 

Stilaan verdween de besmettelijke ziekte lepra, zodat het klooster geen reden had om verder te bestaan. Keizer-koster Jozef II bemoeide zich met allerlei kerkelijke aangelegenheden; begijnhoven werden afgeschaft, Korsendonk verdween en ook Terzieken viel weg.

Hoewel de Sint-Michielsabdij, eveneens in Antwerpen gelegen, op dat moment niet het beheer over dit klooster in handen had, is het waarschijnlijk toch via haar bemiddeling dat het altaar in 1783 aan de parochiekerk van Vosselaar werd verkocht voor de som van 150 guldens. Hiervan is de verkoopakte opgesteld door de keizerlijke notaris Smout (Stabroek).

Het prachtige stuk (en trouwens ook de marmeren communiebank uit diezelfde kloosterkerk) werden voorzichtig in onze kerk geplaatst, waar eeuwenlang de Witheren (Norbertijnen) van die Sint-Michielsabdij als pastoors fungeerden. Op dat ogenblik waren de parochies van Beerse en Vosselaar reeds gescheiden (1776)

Antwerpse archeologie

En nu komt Antwerpen weer ter sprake. In 1986 werd de oude kapel van Terzieken in de Lepelstraat verkocht. Vooraan stonden krotwoningen en de kapel bleek een soort ‘woonkazerne’. De voorgevel werd terug zichtbaar en verraste menig Antwerpenaar. Een fotograaf, heeft er nu zijn atelier. Waar eens het altaar stond is nog merkbaar. De archeologische dienst van Antwerpen geeft er de nodige aandacht aan en contacteerde ons in Vosselaar. Hopelijk vernemen we er in de nabije toekomst nog meer van!

Maar intussen kunnen wij hier in Vosselaar al eeuwen genieten van het indrukwekkende geheel met op de flanken de statige witte beelden van Sint Norbertus (de stichter van de Norbertijnen) en Sint Augustinus (de grote kerkvader). Op die manier kregen we hier in Vosselaar een uniek altaar waarvoor bezoekers die in onze kerk rondwandelen terecht in volle bewondering staan. Voor ons is het alledaags!

 

Korte beschrijving:

Barok hoogaltaar uit de 17de eeuw in wit en zwart marmer met fijn beeldhouwwerk.

Bovenaan als bekroning van het hoofdaltaar de Heilige Drievuldigheid en twee engelen in witgeschilderd hout.
Retabel met schilderij van O.L. Vrouw ten Hemel Opgenomen uit de Antwerpse school (wellicht van Quellien of de Crayer). Onder dit schilderij een “predella” met medaillon waarop O. L. Vrouw afgebeeld is op een maansikkel en omringd wordt door rozen.
Beelden in wit marmer: links een beeld van St. Augustinus, rechts van St. Norbertus en in het midden van de H. Maagd;

uit: J. van Overstraeten, Gids voor Vlaanderen 1966, Antwerpen, 1965, p. 814 - Bouwen door de eeuwen heen - 16n1 - kanton Turnhout, Turnhout, 1997, p. 463